01 augustus 2008

Van papier tot plaatstaal

Hoe een autohobby in de papieren kan lopen

Met bovenstaande ondertitel wil ik vooral duidelijk maken dat een hobby vaak verder gaat dan wat onder de hoofdtitel valt: je bent een dolomite-hobbyist maar eigenlijk vind je alles daaromheen ook ontzettend interessant. Mijn voorganger Jan Oldenkamp heeft het min of meer andersom beleefd: hij begon met miniatuurautootjes maar is op een gegeven moment ook bij de 1:1 variant uitgekomen, ik zelf ben van “alles wat Engels is is leuk” naar “ik wil een Triumph Dolomite” gegaan. Om die kern van die dolomites breidt de hobby-cirkel zich vaak uit, tenminste, bij de echte hopeloze gevallen zoals ik is dit helaas vaak het geval.

Want, ik verzamel inmiddels alles aan informatie wat ook maar hint in de richting van Triumph Dolomites of aanverwante types zoals de 1300, de 2000/2500, de Stag, en o ja, Heraldjes zijn ook erg leuk, en ja, zo’n MG Metrootje heb ik ook ooit gehad... het probleem wordt langzaam duidelijk denk ik. Het gevolg is dat ik mijn huis binnenkort moet gaan uitbreiden met extra ruimte in de vorm van een dakkapel. Mijn vrouw denkt dat dit is omdat er een kleine op komst is, maar ik kan bij deze bevestigen dat dit plan geboren is om nog meer rotzooi op te kunnen bergen. En papieren relikwiën hebben hier mijn voorkeur.

Naast het lidmaatschap van eerst één club, de CTH, wordt je op een gegeven moment ook lid van de Engelse club (www.triumphdolomite.co.uk), en ontvang je tweemandelijks dus al twee bladen: de “Triumph Tribune” en de “Dolly Mixture” (wat eigenlijk zoietsbetekent als “gemengde drop”, toepasselijk, even verslavend namelijk) respectievelijk. En ja, een Nederlands klassiekerblad als de AMK mag natuurlijk niet ontbreken, en die Practical Classics koop je voor de zekerheid ook maar iedere maand bij de kantoorboekhandel. Weggooien van oude nummers dat kan natuurlijk niet, want in ieder blad staat iedere keer toch minstens één pagina met iets interessants. En wat een ander weggooit, maakt mij vaak weer blij: ik heb al een aantal exeplaren van oude TDCN-clubbladen, maar ben nog steeds op zoek naar meer van deze uiterst netjes verzorgde gestencilde Triumph-Dolomite-Club-Nederland blaadjes uit de jaren ’80. Wie heeft er een paar dubbel of over?

En dan de boeken: meestal begint het vrij onschuldig: je bladert bij een vriend eens in het boek “Triumph Cars” van Graham Robson. Je denkt: “hé, da’s mooi, één boek met álles wat er over Triumph te weten valt”, en je schaft het zelf voor de zekerheid ook maar aan. Je bent blij dat je deze Triumph-bijbel in huis hebt, totdat je ontdekt dat meneer Robson nóg een boek heeft geschreven: “The Works Triumphs”, dus, die moet je ook maar meteen acquireren. Achteraf gezien blijkt deze Graham R. een soort van boekenfabriek want ook over aanverwante merken heeft deze man boeken geschreven, dus ik voorspel bij deze dat dit thema door dit sujet nog verder uitgemolken gaat worden, ik ben voor de zkerheid alvast aan het sparen. Maar, Robson is niet de enige, ook zijn oud-collega Bill Price heeft een werkelijk prachtig boek geschreven: “The BMC/BL Competitions Department” met daarin verhalen van Mini tot Austin-Healey, en van Spitfire tot TR7. Deze Bill heeft bij genoemde competitions department gewerkt, en de voor mij interessante periode, waarin deze afdeling “Leyland ST” heette en in Abingdon gevestigd was, wordt ook uitvoerig beschreven in dit boek. De Engelse fabrieks-rally-dolomites komen hier allemaal in voor: de allereerste officieuze sprint CKV 2K, de FRW 812L, de RDU 983M en de SOE 8M, tot en met de laatste MYX 175P. Helaas uit die tijd niks over de enige linksgestuurde rally-auto die Leyland Special Tuning ooit gebouwd heeft: de 74-FD-19 voor Wim Luybregts. Dit doet mij er weer aan denken: ik moet Wim in Valkenswaard toch echt snel eens een bezoekje brengen, want naar verluidt heeft deze beste man een heleboel leuke informatie liggen over zijn tijd met die Dolomite Sprint.


Naast bovenstaande boeken waarin grijze mannetjes van nu vertellen over hoe het vroeger allemaal was zijn er natuurlijk ook boeken die geschreven zijn door jonge mannen van toen. Zo heb ik een paar jaar geleden op een beurs in Engeland een gesigneerd exemplaar van “Drive It! The Complete Book of Rallying” van Stuart Turner opgepikt, met daarin ook veel referenties naar de Triumphs van de jaren ’70. Dit boek beschrijft aan welke regels je moet voldoen bij het rallyrijden, hoe je je auto en jezelf moet prepareren, beschrijft navigatietechnieken en ook bevat het een hoofdstuk over de toenmalige rallylegendes van de vierwielige en de tweebenige soort. En over deze laatste categorie gesproken: op diezelfde beurs heb ik ook nog een handtekening van Brian Culcheth gekregen in dit boek, bij een plaatje van één van bovengenoemde rally-dolomites die door een waterbak rijdt. Het droge (...) onderschrift bij dit natte plaatje luidt: “You must waterproof your car!”.


Uit dezelfde tijd zijn er, naast de overbekende Haynes-manuals ook nog andere ‘repair guides’ te vinden van de dolomite en ook bijvoorbeeld de 1300. Op de laatste onderdelenbeurs in Stoneleigh afgelopen februari heb ik een heel leuk boekje gevonden over de Dolomite (1850) uit de ‘Glovebox Series’ van Peter R.D. Russek. Dit boekje is ook heftig gebruikt bij het sleutelen getuige de zwarte duimafdrukken door het hele boekje.

Ook ben ik een jaar of vijf geleden eens verdwaald in het echt stoffige gedeelte van een heel vaag boekhandeltje in Eastbourne, waar ik naast een relatief recent (1970: ik zei toch ‘relatief’ recent) boekje over de Triumph 1300 ook een bandenspanningsboekje heb gevonden voor “All Standard models of 1947”...


Met deze naar bospaddestoelen geurende papieren wil ik meteen een brugje slaan naar een recent medium: marktplaats, waar je, terug naar het oude papier, veel leuke oude tijdschriften kunt vinden. Autovisies, Autokampioenen, “Arts en Auto”s enz. Enz. Uit de jaren ’60 en ’70. Hier wordt ook niet de hoofdprijs voor gevraagd: vaak niet meer dan een paar euro (vergelijkbaar dus met de aanschaf van één enkel exemplaar van de nieuwste AMK), en als je er meer koopt bij één handelaar, krijg je vaak korting. Erg, erg leuk.

Gelukkig is er ook het internet, en daarop kun je naast passieve informatie ook heel veel actieve informatie halen; de Engelse club heeft bijvoorbeeld een forum (http://forum.triumphdolomite.co.uk) waar iedereen bijdragen op mag plaatsen, al is er wel een deel waar alleen clubleden mogen komen. Ook in Nederland zijn er initiatieven: Ronald Heynes heeft een hele website rondom de dolomite gebouwd: www.triumph-dolomite.nl – ook hierop is een forum te vinden naast allerlei andere visuele versnaperingen. Verder is er natuurlijk mijn eigen weblog, naast via de registerpagina op www.triumph.nl ook te bereiken via het rechtstreekse adres triumphdolomite.blogspot.com. Niet te versmaden is verder Triumph Owners, een on-line register uit Australië waar ook veel Nederlandse dolomites op staan: www.triumphowners.com. Dit register is origineel zelfs vooral om de dolomites begonnen, want de heren van Sprintparts Australia hebben veel met deze site van doen.


En last but not least: er zijn ook organisaties die een heleboel informatie in hun archieven hebben – in Nederland is dit bijvoorbeeld het NCAD – het Nederlands Centrum voor Autohistorische Documentatie. Deze instantie is gevestigd in Eindhoven, op het terrein van de TU/e, en een paar jaar geleden ben ik daar eens op bezoek geweest. Men heet daar veel uit de ‘Olyslager’ collectie, tijdschriften, en ook officiele persfoto’s en persberichten. Leuk, leuk, leuk. Kijk ook eens op hun website: www.ncad.nl, of ga er gewoon eens langs!