05 juni 2010

Uit de oude doos maar toch niet belegen

Over wat jaren na dato nog steeds spannend is en meer

Beste lezer, het nu volgende stukje is een bij voorbaat falende poging om wat van het enthousiasme over te brengen wat 3 jonge doch oudgediende dolofielen en ikzelf hebben opgesnoven in Engeland. Falend bij voorbaat, omdat we nog veel meer hernieuwd enthousiasme hebben opgedaan dan ik via papier of enig ander medium kan overbrengen. Toch doe ik bij deze een poging.

Half april zou er door het Engelse Triumph 2000 register een event georganiseerd worden naar aanleiding van de 40e verjaardag van de “London to Mexico” Worldcup Rally (http://wcr40.org.uk/). Ronald de Jonge, Jeroen Rothman, Hans ten Broeke en ikzelf wilden hier wel graag naar toe, in de eerste plaats om het algemene Triumph- en in het bijzonder het Dolomite-enthousiasme eens flink te voeden.

We gingen in stijl – de in full rally-trim gedoste dolomite 1850 (euh, 1500, of toch..?) van Jeroen werd als vervoermiddel aangewezen, en dagelijkse Focussen en Clio’s werden resoluut op een onguur parkeerterrein in Hoek van Holland achtergelaten. Op de boot meteen even sleutelen, nu ja, sleutelen, er was een zekeringetje kapot, waarschijnlijk door rondvliegend vulkaanas, maar aangezien er in Jeroen’s rallypaard ongeveer over de gehele breedte van de auto zekeringetjes gemonteerd zitten duurde het wel even voordat we de goede te pakken hadden. De bootreis met overnachting beviel verder erg goed – geen snurkers, zeeziekte of verveling; wel sterke verhalen, een enkel biertje en een relatief goede nachtrust, totdat een vriendelijke doch indringende vrouwelijke speaker-stem ons om 6.30 tijd ruw uit onze slaap wekte, en Ronald en ik prompt onze hoofden stootten tegen het plafond omdat wij verbannen waren naar de bovenste (stapel)bedden.

Onderweg is het de kunst te stoppen op de goede plaats voor bijvoorbeeld de lunch; men lette daarbij op voortekenen zoals daar zijn een geparkeerde Stag of borden met teksten als “Serving hot breakfast all day”. Helaas betekende “all day” “vanaf 12:00”, maar gezien de op het parkeerterrein aanwezige Stag het half uurtje in de zon maar even overbrugd, tussen de bedrijven door vernemend dat diezelfde Stag gratis verkregen was omdat de vorige eigenaar ging emigreren. Wij vroegen ons alle vier simultaan af waarom dat ons nu nooit overkwam, maar realiseerden ons ook dat dit alleen in Engeland mogelijk is.
We zouden in Coventry overnachten op een adresje waar Ronald en ik al twee keer eerder waren geweest, op korte afstand van het centrum waar ook het Coventry Transport Museum gevestigd is. Dit zou het eerste doel zijn van onze viermansmissie, dus Jeroen drukte het gaspedaal regelmatig goed in, Hans zorgde dat er links gereden werd (niet nodig want dat deed Jeroen erg goed) en zorgde voor versnaperingen en verhalen ter lering ende vermaak, Ronald was vooral goed als ‘back seat driver’ c.q. achterbankkaartlezer (prima navigatie overigens), en ondergetekende hield een fotocamera en adressen paraat, binnensmonds iets mompelend als “die van mij moet ook snel weer rijden”, maar dat hoorde verder niemand, omdat men aannam dat ik wat steunde omdat ik klem zat tussen de door Jeroen als voorstoel gemonteerde Chesterton-leunstoel en de achterbank.

Op het forum van de Engelse dolomite-club was achteraf te lezen dat iemand van die club in zijn dagelijkse auto onze dolomite nog getracht had te volgen Coventry in, maar dat hij ons kwijtgeraakt was; wij hadden namelijk een tikje haast het museum in te kunnen, want we hadden nog ‘slechts’ een halve dag. Het museum had sinds ons vorige bezoek 3 jaar geleden een refurbishment ondergaan, en vooral de jaren ‘60/’70-collectie was een stuk verbeterd, aangezien het daar wemelde van de Triumphs. Hieronder een -letterlijk- halve Herald: een heel chassis, deels opengewerkte motor, en over de lengte doormidden gezaagde body; zeg maar een ‘luxe’ versie van het chassis-met-mechanica dat de CTH in haar bezit heeft. Ook inmiddels in de vaste collectie opgenomen was de eerste produktie-sprint, chassisnummer één (VA1DL), geplaatst in een typisch jaren ’70 plaatje naast een Allegro en een Escort, en een mooie lichtblauwe 1300 in een decor over de stakingen bij BL gedurende de jaren ’70.

Na een toeristische detour langs de kathedraal die wonder boven wonder de Duitse V1- en V2-aanvallen in WOII overleefd had, een typisch Engelse pastamaaltijd genuttigd - typisch Engels aangezien we net op tijd konden vluchten toen er een “hen’s night” neerdaalde in het etablissement. Avondvertier was vanuit de B&B naar Ronald en ik dachten vooral in het centrum te vinden op zo’n 20 minuten lopen, maar Hans regelde (hoe weten we nog steeds niet) dat we in de “Social Club” pal naast de B&B terecht konden (een besloten club waar je eigenlijk lid moest zijn). Voor de verandering niemand gesproken die ooit een dolomite gehad had, maar wel (a) aan een loterij meegedaan maar niks gewonnen en (b) bij sfeervol TL-licht gezien wat een gemêleerde samenleving die Engelse maatschappij toch is.

En toen de zondag! Na een echt Engels ontbijt met veel vet, ruim voldoende bonen, spek, toast, worst, tomaat (en had ik al gezegd veel vet?), klaargemaakt door een belegen doch uiterst vriendelijke dame (nu eens niet in een bloemetjesjurk zoals eigenlijk hoort bij B&Bs), vrolijk op weg naar het Heritage centre in Gaydon nabij Warwick. Buiten stonden naast ex-World Cup auto’s (1970) ook iets moderner rally-spul opgesteld, zoals dolomites (1973+), waar wij naast hadden kunnen parkeren als we gejokt hadden bij het beantwoorden van de vraag of onze auto een originele rally-auto was...
Jeroen speelde even met de vraag of de eigenaar van de daar aanwezige orignele Group 2 rally-auto het zou merken als hij deze auto boutje-voor-boutje uit elkaar zou schroeven en de onderdelen zou verstoppen in zijn achterbak naast de gastank en onze tassen, maar omdat hier geen plek voor was besloot hij toch maar om aan zijn originele idee vast te houden en er een replica van te bouwen.


Wat een mooie collectie auto’s stond daar: van de originele (...) World Cup rally-auto’s waren er de twee Saloons van Patrick Walker, een door BL Australia ingezette saloon in licht verkreukelde maar originele staat, en o.a. de winnende Ford Escort.

Volgens de daar ook een korte presentatie gevende Triumph-coureur Brian Culcheth had Triumph de rally moeten en kunnen winnen, omdat de Ford-rijder nog geen rally uitgereden had dat seizoen, laat staan dat hij dat nu ineens zou gaan doen in een rally van 16.000 mijl (!!) met special stages die tweeëneenhalve dag non-stop duurden. Brian Culcheth had de beste voorbereiding en verkenning gedaan (vergelijkbaar met het plusminus 5x rijden van de rally), geweldig materiaal en goede ondersteuning qua onderdelen o.a. door de inzet van vliegtuigen, maar de Ford-rijder maakte deze keer geen fouten, en werd de (terechte) winnaar. Brian Culcheth werd tweede. Brian Robson heeft over deze World Cup rally een boek geschreven, waarin vooral de Triumphs veel aandacht krijgen: “The daily mirror 1970 World Cup Rally 40”. Dit boek en een DVD van Brian Culcheth meteen aangeschaft natuurlijk.
Ook het Heritage Museum was het bekijken waard, en Hans en Jeroen hebben de daar aanwezige met een Dolomite Sprint-motor uitgeruste Formule 3 racer (gereden door o.a. Tiff Needell en Mansell) aan een nauwgezet onderworpen.


De maandag van terugkomst in Haarlem nog een leuke originele dolomite gaan bekijken in Haarlem een extra plaatje wil ik jullie niet onthouden. Deze auto kan heel veel origineel rijplezier bieden, maar moet gezien haar historie bij voorkeur bij een liefhebber terechtkomen.