[Registerstukje Club Triumph Holland clubblad "Triumph Tribune" oktober 2005]
Na vele trouwe jaren als uw vaste Dolomite-correspondent, heft Jan Oldenkamp het stokje sinds kort aan mij overgedragen. Jan heft nog steeds zijn gele sprint, dus we zullen hem af en toe nog wel eens zien. Ik zal Jan niet kunnen evenaren in het uit het hoofd weten van registergegevens, noch in schrijfstijl – wat ik wel kan is Jan namens alle Dolofielen binnen de CTH hartelijk bedanken voor alle tijd en moeite die hij in het register gestoken heeft!
Ik zal mij ook even voorstellen: Tjakko Kleinhuis, sinds 1997 lid van de CTH, maar al langer gecharmeerd van dolomites. Mijn voorkeur voor dit type Triumph stamt nog uit de tijd (begin jaren 90) dat de English Car Rally nog in het dichtbij mijn woonplaats Veldhoven gelegen Valkenswaard werd georganiseerd.
Ik heb zelf één vroege Dolomite uit 1973 (met oud type “hangende” klokjes), en twee Dolomite Sprints - één ‘75er die nog op Engels kenteken staat, en een pimento ‘73er – ik ben het meest bezig met die laatste auto.
In juli heb ik mijn vakantie los-vast-gerelateerd aan Triumphs gespendeerd; ten eerste zijn Ronald de Jonge en ik weer een keer op bezoek geweest bij Rob van Essen en Daniella in het Zuid-Franse dorpje Labastide. Dit dorpje herbergt naast een handjevol Fransen, Engelsen en nu ook Nederlanders en een pony-pardon-berghond genaamd Patou nu ook twee ooit Nederlandse Dolomite Sprints, en een prachtige 2000MkI (zie ook de “markt” op www.triumph.nl).
Zo goed als aansluitend hebben Ronald en ik net als vorig jaar een trip naar het TR-weekend in Malvern in Engeland ondernomen, ditmaal in zijn TR6. We hadden wat meer tijd eromheen gereserveerd door op vrijdagochtend al te vertrekken, zodat we wat meer Triumph-gerelateerde plekken konden bezoeken.
Na vanuit Goes uitgezwaaid te zijn door Ronald’s vriendin Kim, en de boottrip met de Seacat van Hoverspeed overleefd hebbende, begon het avontuur met een bezoekje aan Quiller Triumph in Londen. Je ziet daar dingen die in Nederland echt niet meer kunnen – zo’n heerlijke back yard met opgestapelde Triumphs in diverse stadia van ontbinding.
Vervolgens nog een bezoekje gebracht aan de andere oever van de Thames, te weten de plek waarvandaan ooit rijen Triumphs hun trip naar Amerika of Canada begonnen – Royal Albert Docks. Ook de TR6 van Ronald was daarvandaan naar Vancouver verscheept, dus daar moest een foto genomen worden, al was het alleen maar voor het verhaal voor de kleinkinderen later.
We wilden Vrijdag overnachten in Rugby, maar we hebben er nog net een bezoekje aan Jigsaw in Kettering in weten de persen. Jigsaw heeft een van de twee (linksgestuurde) Sprints die in 1974 de 24-uurs race van Spa gereden hebben. We kwamen daar één minuut voor sluitingstijd aan, maar warden toch vriendelijk ontvangen, en hebben nog even een kijkje mogen nemen bij de bovengenoemde racewagen, die overigens gezelschap gehouden werd door een prachtig originele lichtblauwe 1850 automaat.
Daarna vlug door naar Rugby, waar we bij een door ons “Prof Barabas” gedoopt illuster figuur een kamer in een B&B vonden. Ook dit is typisch Engeland – ik heb een tijd geleden een half jaar in Engeland gewoond en kwam daar in Leicester voornamelijk normale mensen tegen, maar eigenaren en eigenaressen van B&Bs zijn een heel ander slag volk – het lijkt er sterk op dat je om een B&B te mogen runnen ófwel een verstrooide prof ófwel een in een bloemetjesjurk gestoken oude vrijster moet zijn. Anyway, op vrijdagavond maar eens in tijdschriften gebladerd om een bezigheid voor de Zaterdag te kiezen – waarbij de keuze viel op een MG/BMC/BL dag op Silverstone. De advertentie in Practical Classics vermeldde dat er geracet zou worden met o.a. MGs, Triumphs en andere klassiekers, en dat er ook BMC “works” cars (fabrieks-race/rally-auto’s) aanwezig zouden zijn.
Daar aangekomen konden wij ons geluk niet geloven toen wij daar vlakbij de ingang TWEE van de vier (Engelse) rally-dolomites aantroffen, de FRW812L en de MYX175P, vergezeld van de Engeland-Kenya Rally-2.5PI.
Achter deze prachtige saloons overigens een barn-find van een groter-dan-normaal format: de Leyland “Team Van” – een prototype camper die bij alle evenementen met fabrieksondersteuning van British Leyland in de jaren ’70 gebruikt is.
Na ook wat races bekeken te hebben, en vele leuke automobielen varierend van MG Metro to Sunbeam Tiger gezien te hebben, waren wij toe aan de laatste tent op het terrein. Daar stond verdorie de DERDE rally-sprint, de SOE8M, ook weer vergezeld door een saloon 2.5PI en een rally-TR7. Omdat wij overdreven enthousiast rond deze auto’s dansten, werden wij aangesproken door Patrick Walker, een iets op leeftijd zijnde mafferd met een scheef dichtgeknoopd overhemd en nog precies anderhalve tand in zijn mond – maar wel de eigenaar van de twee rally-2.5PI’s die we daar gezien hebben, en, ontzettend vriendelijk. Hij stelde ons ook voor aan de eigenaren van de drie rally-dolomites, en tussen neus en lippen door ook aan Brian Culcheth, de bestuurder van het meeste van dit mooie rally-spul in de jaren ’70! We hebben Brian meteen maar een handtekening laten zetten op een foto, al was het alleen maar om weer een verhaal voor de kleinkinderen te hebben. Als afsluiter van deze nu toch al niet meer te overtreffen dag werden we door Patrick ook nog uitgenodigd om in de British Racing Driver’s club op Silverstone en buffet bij te wonen, waar we een tafel gedeeld hebben met deze beste man, Brian Kitley (eigenaar van de FRW812L en een goed adres voor Dolomite-onderdelen), Les Twigg (eigenaar van de MYX175P), Geoff Brown (eigenaar van de SOE8M) en een ex-mini coureur die Jumpin’ Jack genoemd werd. Als ik alle verhalen van die dag aan papier zou toe willen vertrouwen moet er eerst nog een paar hectare tropisch regenwoud sneuvelen, en dat willen we natuurlijk niet.
Wat wel nog het vermelden waard is is dat –Bert Boevee luistert U?- er bij het Engelse 2000-register plannen om in april 2006 een meeting te organiseren waar zoveel mogelijk Triumph Saloon- en dolomite “works” rally- en race-auto’s bij elkaar zouden moeten komen... naar verluid zullen ook Brian Culcheth en andere corifeen uit die tijd uitgenodigd worden.
Zondag hebben we in Malvern naast veel regen ook de viering van het 30-jarig bestaan van de TR7 over ons heengekregen... ook hier weer een vermeldenswaardige aanwezigheid van een Triumph-beroemdheid, namelijk Harris Mann, de ontwerper van de TR7. Verder daar nog een bijzondere TR7 gezien – een Cocal-Cola/Levi’s uitvoering – rood met witte Coca-Cola striping van buiten en Levi’s Jeans-bekleding van binnen.
De laatste dag van deze trip, maandag, hebben we nog een uitstapje naar Bagshot gemaakt, waar alle “Abingdon” Triumphs (dus de door Leyland Special Tuning geprepareerde) getest werden. Naast het plaatsnaambordje met de voor ons gezien de bovenstaande historie ietwat ironisch lijkende tekst “please drive carefully” was daar overigens niet veel te zien.
13 september 2005
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten