07 januari 2006

Registerstukje Club Triumph Holland clubblad "Triumph Tribune" februari 2006

Helaas heb ik de deadline van de vorige TT gemist, ik ben immers nog groen en onbevangen als vaste scribent, en dientengevolge nog niet gewend aan het vaste ritme. Met dit stukje hoop ik dat weer goed te maken!

Nu heb ik sinds de zomer geen reizen meer naar Engeland of Frankrijk ondernomen waar ik over kan vertellen, maar ook in ons landje gebeuren dingen die het vermelden waard zijn… bij het in de brievenbus vallen van deze TT hoop ik trouwens wel weer in Engeland te zijn (geweest), en wel voor de naar verluidt ALLERLAATSTE Triumph Spares show in Stoneleigh op 12 februari…

Eén van de dingen die het vermelden waard is is dat ik eind november naar een prachtige blauwe sprint ben wezen kijken die op marktplaats te koop stond. Diverse vrienden en andere vage lieden hadden mij bezworen dat ik als nieuwbakken registerhouder dat ding toch echt moest gaan adopteren, en ik geef toe, gaan kijken wilde ik in ieder geval. Van de verkopende partij had ik een prachtige doch zeer korte routebeschrijving gekregen, namelijk, “bij de plaatselijke BP-pomp” en “vraag maar naar Willem”.
Na letterlijk mijn leven gewaagd te hebben door een oer-Hollandse sneeuwstorm (met allevier de wieltjes glijdend bij 100km/u is toch niet iets wat ik dagelijks wil meemaken, en zeker niet in een koekblik zoals het MG Metrootje welke ik als dagelijks werkpaard gebruik) ben ik toch veilig bij de BP-pomp van genoemde Willem terechtgekomen. Meteen bleek dat deze brave borst geen bloed maar olie in de aderen had, wat nog door zijn op de goede plek kloppende hart linksom gepompt werd ook – de man bleek namelijk een zwak te hebben voor Engels spul. Met name voor de tweewielige variant, maar getuige het mini-tje en de op de brug geparkeerde dolomite sprint, ook met een flirt naar vierwielers.

Tsja, die sprint… met het oormerk “05-AS-72” meteen de vroegst bekende sprint in Nederland op kenteken, dat alleen al was een reden om het ding te gaan bekijken natuurlijk! Naar bleek moet deze auto in de race voor de-oudste-sprint-van-het-land op chassisnummer haar zuster-sprint “05-AS-73” wel voor zich laten, al scheelt het niet veel. Kleur Sapphire blue 96, origineel grijs (C78) interieur waarvan helaas maar één stukje –bij de voeten van de bijrijder- overgebleven is, en ja, er zit wel wat werk aan. De kriksteunen zitten dringend te wachten op wat aandacht van een lasapparaat, en het elektrieke gebeuren lijkt meer op spaghetti na een dagje doorkoken, maar wat een leukerdje!
De onovertroffen Jan Oldenkamp heeft het al vaker vermeld, bij het aanschouwen van dit soort lekkers slaat de Triumphitus Fatalis toe, en ook al hield ik mijn gezicht in de plooi, ik wilde dit blauwe stuk Brits-Hollands-Autohistorie in mijn armen sluiten! Maar waar ging ik dat ding laten?? Moest ik mijn Pimento-rode sprint wegdoen? Of moet ik een hele verhuiskaravaan starten en de vlaflipkleurige Engelsbekentekende sprint buiten parkeren, mijn mooie vroege 1850 op de plek van de vlaflip in een caravanstalling planten en de rode sprint in de garagebox twee deuren naast de Herald van mijn vader? Help, ik heb geen plek!

Als compromis kon ik gelukkig met Willem afspreken dat ik de blauwe sprint zou komen halen zodra ik ruimte heb… ik heb inmiddels mijn vlaflipkleurige (ik bedoel: prachtige honeysuckle) sprint EN een tweekoloms brug (voor te weinig geld) te koop staan om ruimte te maken.

Meteen ook een heritage-certificaat voor de nieuwe telg aangevraagd, en in december ook thuisgestuurd gekregen. Hierop is onder andere te zien dat het masjien op 31 augustus 1973 gebouwd is, en op 26 september van datzelfde jaar per olieboot naar Nederland gevaren is.
Als ik een heritage-certificaat van een dolomite zie, ben ik altijd blij om te lezen dat de kachel –die toch echt niet makkelijk uit te bouwen is als je het al zou willen- er standaard bijgeleverd is. Waarom wordt dit dan toch vermeld? Ligt dit aan het computersysteem van het Heritage Motor Centre in Gaydon, of doelt men op bijvoorbeeld de achterruitverwarming, die weer niet standaard was op de allereerste dolomites (tenminste, in Engeland).

Het heritage-certificaat wat de vorige eigenaar van mijn rode sprint heeft vermeldt overigens ook de obscure tekst “Commission number on frame”, wat suggereert dat bij vroege sprints het chassisnummer er al in de fabriek inge-, eh, -krast is. Ja, gekrast, in de lak, en niet overdreven diep in het metaal. Daar kun je bij de APK wel eens rare gezichten van krijgen, ook al is het absoluut bonafide.

Soms staan er op zo’n certificaat juist ook weer dingen die wel bijzonder intrigerend zijn; van dezelfde rode sprint staat erin vermeld staat dat die auto met “disc wheels” geleverd is – zou dat nu echt betekenen dat er ooit gewone stalen velgen onder gezeten hebben in plaats van de standaard geleverde lichtmetalen GKN-velgen? Sommigen onder ons hebben dit feit, gecombineerd met de lange tijd tussen bouwdatum en datum eerste toelating in Nederland, geïnterpreteerd als bewijs dat die auto ooit door de BVD gebruikt is als dienstauto. Dit is waarschijnlijk spannender dan de werkelijke reden, maar het is wel een waarheid als een pimento-roodbonte koe dat de BVD begin jaren ’70 dolomite sprints gebruikt heeft. Zou ik eigenlijk eens een briefje naar de AIVD aan moeten wagen, maar voor je het weet heb ik zo’n nieuw samengesteld anti-terreur team aan mijn bed staan met dringende vragen en dreigende gezichten…